Inspraak Nieuwe Stijl betrekt burgers actief op het moment dat er nog ruimte is in beleid. Hierdoor wordt de meedenkkracht van burgers beter benut. Uiteindelijk moet dit leiden tot snellere besluitvorming en een beter plan. Maar is dit wel zo? Tijdens het Maatschappelijk Café dat Schuttelaar & Partners samen met het Inspraakpunt organiseerde op woensdag 21 maart gingen beleidsmakers en projectleiders, politici, bestuurders en burgers hierover met elkaar in debat.
Hoogleraar Openbaar Bestuur Pieter Tops (Universiteit Tilburg) en projectleider Chris Stoffer (Rijkswaterstaat) zien veel kansen in Inspraak Nieuwe Stijl. Door burgers te betrekken als plannen nog niet vastliggen, boort de overheid waardevolle kennis aan. Bij de aanleg van een nieuwe weg leidt dit tot het meest optimale tracé. De formele inspraak regelt dan waar het voor bedoeld is: een finale toets om te achterhalen of belangen onredelijk geschaad worden. Zo worden burgers door de overheid serieus genomen. Want eigenlijk zijn burgers heel redelijke wezens; ze willen niet zozeer gelijk krijgen, maar wel duidelijkheid. Objectiviteit van de ambtenaar is een voorwaarde, want dat zorgt voor vertrouwen. Inspraak Nieuwe Stijl kiest een aanpak die past bij de impact, complexiteit en beleidsruimte van een project, maatwerk dus. In een aantal pilotprojecten verzamelt het Inspraakpunt de ervaringen met Inspraak Nieuwe Stijl.
Evelien Tonkens (Universiteit van Amsterdam) is niet overtuigd. Er zijn vijf hardnekkige problemen met het betrekken van burgers. Deze moeten dringend aangepakt worden. Zo laat slechts een beperkt deel van de burgers zich zien bij inspraak. Een actieve werving kan bijdragen aan een meer representatieve afvaardiging van burgers. Ook moeten burgers geschoold worden. Niet alleen om de deskundigheid te creëren waarmee zij zinvol mee kunnen praten met de specialisten van de overheid. Ook moet duidelijk zijn wanneer burgers hun eigen belang naar voren mogen brengen en wanneer het uitsluitend gaat over het algemene belang. Om het vertrouwen in inspraak en burgerparticipatie te vergroten, moet duidelijk zijn wat er met de inbreng van burgers gebeurt. Tot slot moet het efficiënter, anders wordt het betrekken van burgers een kosten- en tijdsverslindend circus. Als aan deze voorwaarden voldaan is, kan het betrekken van burgers veel effectiever zijn.
De praktijk blijft weerbarstig, volgens Bruno Bruins (waarnemend burgemeester Leidschendam-Voorburg). Te vaak worden beleidsmakers geconfronteerd met burgers met een dubbele agenda. Aan tafel met de beleidsmakers praten ze mee en zijn ze enthousiast over een voorstel. Maar later keren ze zich tegen het besluit waar ze zelf achter hebben gestaan. Met bezwaar- en beroepsprocedures worden de hakken in het zand gezet. Dat leidt tot veel vertraging.
Tijdens de discussie werd duidelijk dat veel aanwezigen de valkuilen van burgerparticipatie herkennen. Maar dat maakt Inspraak Nieuwe Stijl niet minder nodig. Of plannen altijd beter worden als burgers erbij betrokken worden, daar bleken de meningen over verdeeld. Ook was niet iedereen het eens met de oplossing om ambtenaren die burgers betrekken, individueel te belonen. En wat vraagt burgerparticipatie eigenlijk van onze volksvertegenwoordigers? Dat burgerparticipatie nog altijd volop in de belangstelling staat, is echter wel duidelijk. In de Maatschappelijk Café Krant die rond Pasen uitkomt, leest u alle ins en outs van de discussie.