skip-to-main-content

Event

7 december 2023

Hoe mooi zou het zijn als we ziekte aan de voorkant kunnen voorkomen? Daar is een verschuiving van onze focus voor nodig: van ziekte naar gezondheid, en van curatieve zorg naar preventieve zorg. Door te investeren in preventieve maatregelen kunnen we mogelijk aanzienlijke kosten voor de gezondheidszorg besparen op de lange termijn. Waar we heen willen is duidelijk. Hoe we dat in de praktijk brengen nog een stuk minder. Daarom kwamen we met een brede groep stakeholders bijeen om te praten over het thema medische preventie.  

Maatschappelijk Café

Schuttelaar & Partners organiseert al ruim 15 jaar Maatschappelijke Cafés. De specifieke formule biedt een goed platform om stakeholders met elkaar in gesprek te brengen. Vooral nieuwe thema’s lenen zich uitstekend voor deze vorm, waarin het onderwerp verkend wordt en stakeholders letterlijk positie moeten kiezen in het Lagerhuisdebat.

Innovaties in de gezondheidssector en duurzaamheid in de voedselketen zorgen voor steeds weer nieuwe discussiestof. Zo agendeerden wij in 2005 de mogelijkheden van een positief logo op voedingsmiddelen om consumenten te helpen gezonder te kiezen. En gingen wij na de COVID pandemie in gesprek over een goed georganiseerd vaccinatiestelsel. Vaart, humor en inhoud zijn de trefwoorden. Deze zijn gevat in een strakke formule van korte presentaties, ruime netwerkgelegenheid en flitsend debat, een vorm die door jarenlang gebruik zijn nut heeft bewezen. De bezoekers komen uit het bedrijfsleven, overheid, NGO’s en wetenschap. Daardoor is het Maatschappelijk Café een uitgelezen vorm van informele stakeholderdialoog. 

Foto impressie

Op 7 december organiseerden Hollandbio en Schuttelaar & Partners een Maatschappelijke Café over medische preventie – waaronder diagnostiek, geneesmiddelen en vaccins – in het Beeld & Geluid museum in Den Haag. Beleidsmakers, patiëntvertegenwoordigers, artsen, apothekers, fabrikanten en uitvoerders namen allemaal deel aan het debat. Onder leiding van dagvoorzitter Edwin Hecker voerden de deelnemers op dynamische wijze een felle discussie. 

De cruciale rol van preventie  

Bas Derks, lid van de directie Publieke Gezondheid bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), bracht direct aan de start van het debat de vraag naar voren: “Hoe kunnen we de kosten en de baten van preventie beter meenemen in de besluitvorming over de financiering van preventie?”. Het ministerie van VWS heeft daarover het Kennisplatform Preventie om advies gevraagd. Bas Derks belichtte de rol van het Kennisplatform en hoe deze vraag de behoeften van het ministerie weerspiegelt. Gelukkig staat de verschuiving van zorg naar preventie steeds prominenter op de agenda bij het ministerie, waardoor er een groeiende erkenning en steun ontstaat voor het belang van medische preventie. Het rapport van het Kennisplatform wordt begin 2024 gepubliceerd en kan hier hopelijk aan bijdragen.  

Peter Wognum, bestuurslid en vicevoorzitter van de Long Alliantie Nederland, pleit voor een herziening van onze zorgpaden en wil hier verschillende expertises bij betrekken. Dat zou voor mensen met longziekten echt een verschil kunnen maken, omdat een gecoördineerd plan het huidige stelsel moet verbeteren en versterken. Volgens Wognum is het huidige vaccinatiesysteem versnipperd en worden de beschikbare vaccins niet optimaal benut. Namens de Long Alliantie pleit hij dat de oplossing ligt in het verankeren van een leidraad, waarbij specifieke richtlijnen voor vaccinaties bij longziekten in de praktijk worden opgenomen. “Betere medische preventie bij mensen met longziekten leidt tot minder ziekenhuisopnamen”, aldus Peter Wognum.  

Daarna deelden drie sprekers op welke manier innovaties kunnen bijdragen aan medische preventie en wat dat kan betekenen voor patiënten. Daarbij maakten we direct kennis met de drie aspecten van medische preventie: diagnostiek, geneesmiddelen en vaccins.  

Ilse van Hensbeek, medisch directeur bij AstraZeneca, onderstreept de grote impact van betere diagnostiek voor mensen met chronische nierschade. Met een eenvoudige test kan vroegtijdige nierschade opgespoord worden, waardoor op tijd gestart kan worden met behandeling en de kans op complicaties vermindert. Naast deze impact zorgt vroegtijdige opsporing ook voor een vermindering van impact op het milieu. De huidige behandeling, nierdialyse, verbruikt namelijk veel water. Volgens Hensbeek is het de verantwoordelijkheid van de overheid om meer bewustzijn te creëren over de impact van nierschade. "We moeten mensen aansporen met publiekscampagnes," aldus Hensbeek.  

Stefan Vegter, Senior Pricing & Reimbursement Manager bij Novartis, illustreert hoe investeringen in innovatieve geneesmiddelen de zorg kunnen ontlasten en de levenskwaliteit van patiënten kunnen verbeteren. Hij verduidelijkt hoe een gezonde levensstijl en medicatie elkaar aanvullen, mede doordat een gezonde leefstijl helpt bij het verbeteren van effectiviteit van een geneesmiddel. "Onderzoek en beleid gericht op medische preventie zijn investeringen in de toekomst," besluit Vegter zijn betoog.  

De laatste spreker, Daniëlle van Zandbergen, medisch directeur bij GSK, richt zich op de uitvoering van vaccinaties en maakt daarbij vergelijkingen met buurlanden. "We praten over innovatie, maar is het echt innovatie als het jaren duurt voordat we het toepassen?" vraagt Zandbergen zich af. Ze benadrukt dat dialogen tussen alle betrokken partijen essentieel zijn om tot snelle implementatie te komen. 

Verschillende perspectieven in het Lagerhuisdebat 

Na de inleidende presentaties was het moment aangebroken voor het Lagerhuisdebat, begeleid door Roderik van den Bos van de debatacademie. De zaal werd opgesplitst in tweeën, waarbij deelnemers hun standpunt kenbaar konden maken door te stemmen met hun voeten. Het debat leidde tot boeiende discussies.  

De meest opvallende uitkomsten vanuit het debat:  

  1. De deelnemers maken opvallend andere keuzes dan het huidig beleid. Zo waren de deelnemers unaniem in hun oordeel dat er nu te weinig aandacht besteed wordt aan preventie: de huidige 2% zou volgens de meeste deelnemers prima naar 10% of hoger kunnen. Over de manier waarop was de meeste discussie. Volgens een groot deel van de zaal was een standaard budget alloceren niet het middel om hier te komen. 

  1. Een digitale zorgwijzer, waarbij burgers inzicht kunnen krijgen in welke preventieve zorg voor hen beschikbaar is, zien de deelnemers als een goed idee. Een aantal randvoorwaarden zijn daarvoor wel nodig: een digitaal hulpmiddel mag geen vervanging zijn van de persoonlijke zorgverlener en de informatie moet objectief verstrekt worden. 

  1. De aanwezigen zijn van mening dat de beoordeling van preventieve maatregelen veel sneller kan. Over het hoe waren de meningen behoorlijk verdeeld. Een medisch preventieve maatregel automatisch toelaten tot de markt als deze niet binnen jaar beoordeeld is, vonden velen een stap te ver. Tegelijkertijd geven deelnemers aan dat beoordeling binnen een jaar zeker moet kunnen, als we kijken naar landen om ons heen. Een groot deel van de zaal vindt dat er betere processen zijn om de toelating te versnellen, en dat de voorgestelde dwangmaatregel niet de oplossing is.  

  1. Er is behoefte aan één partij die de beoordeling op zich neemt van zowel preventieve als curatieve maatregelen. Deze partij heeft wel de expertise nodig van alle verschillende partijen, zoals het Zorginstituut Nederland (ZIN) en de Gezondheidsraad.   

Het Maatschappelijk Café benadrukt nogmaals dat het van belang is dat we met elkaar de dialoog blijven voeren. Het verminderen van complexiteit in het systeem, meer aandacht en budget voor preventie, beter voorlichten en samenwerking in het werkveld vormden de rode draad van de avond. Op deze punten zijn we het met elkaar eens. Hoe dit concreet moet worden gerealiseerd, daarover verschillen de meningen nog. Laten we kijken of we het niet bij praten kunnen houden, maar nu ook concreet in actie kunnen komen! 

U kunt de volledige uitkomsten van de stellingen teruglezen onderaan dit verslag.

​​​​​​

Uitkomst stellingen

Statement 1

Nederland heeft de beste gezondheidszorg van de wereld.

7% procent eens

Laten we niet ontevreden zijn: we mogen blij zijn met de mogelijkheden die we in Nederland hebben.

93% procent oneens

We dreigen in Europa achter te gaan lopen op gezondheidszorg, zeker als we naar de trends en cijfers van andere landen kijken

Statement 2

VWS moet minimaal 10% van het zorgbudget per jaar wettelijk vastleggen voor preventieve gezondheidszorg

46% procent eens

We moeten nu geld investeren in preventie, dat kan later in de toekomst veel zorg besparen. 10% van het zorgbudget is dan echt een minimum.

54% procent oneens

We moeten veel beter kijken naar het achterliggende doel en hoe we dat gaan bereiken, i.p.v. een prijskaartje leidend laten zijn. De targets moeten niet financieel zijn, maar gericht op maatregelen en de gewenste uitkomsten daarvan.

Statement 3

De overheid moet evenveel aandacht besteden aan medische preventie als aan leefstijlpreventie

68% procent eens

De overheid zet in op preventie, maar vaak zonder dat medische preventie daarin meegenomen wordt. We moeten blijven investeren in de erkenning van vaccins. Medische preventie is heel effectief, en de impact van leefstijlpreventie helaas nihil. We hebben allebei nodig, het gaat hand-in-hand.

32% procent oneens

Medische preventie is een no-brainer, maar leefstijl is moelijker om verandering in te krijgen. Daar moet dus relatief meer aandacht aan besteed worden.

Statement 4

Als een medisch preventieve maatregel niet binnen een jaar beoordeeld is, moet die automatisch worden toegelaten tot de markt

64% procent eens

Beoordeling binnen een jaar gebeurt al voor curatieve zorg: dat moet dus voor preventieve maatregelen ook kunnen. We kunnen veel eerder beginnen met de agendering van maatregelen. We zien dat het in andere landen wel kan.

36% procent oneens

De beoordeling moet heel zorgvuldig gebeuren. Uiteindelijk moeten we het wel versnellen, maar niet met een dwangmaatregel. Er zijn betere processen nodig voor een snellere beoordeling.

Statement 5

Het ZIN moet voor alle preventieve interventies bepalen of deze vergoed worden

57% procent eens

Het zou mooi zijn als we de beoordeling van alle interventies, zowel preventief, curatief, collectief, en voor medische risicogroepen, onder één dak onder kunnen brengen. Het ZIN zou een goede partij hiervoor kunnen zijn, omdat zij hun processen duidelijk op orde hebben. We moeten niet te veel in hokjes denken - er is verandering in het systeem nodig voor de patiënt.

43% procent oneens

Het ZIN is niet het instituut dat we willen inzetten voor goedkeuring van vaccins, daar zit niet de juiste expertise.

Statement 6

Er moet een digitale zorgwijzer komen die burgers inzicht geeft in welke preventieve zorg voor hen beschikbaar is

86% procent eens

We zien in andere landen dat er overzichten zijn van vaccinaties die beschikbaar zijn, maar niet automatisch aangeboden worden. Dit maakt het inzichtelijk voor mensen wat er allemaal mogelijk is. Het zorgt daarnaast ook voor aanspraak op eigen verantwoordelijkheid.

14% procent oneens

Het is belangrijk dat het advies persoonlijk wordt overgedragen. Vergeet ook de mensen niet die minder digitaal vaardig zijn.

Statement 7

De GGD moet proactief voorlichting starten over preventieve interventies zoals vaccins en de anticonceptiepil

50% procent eens

Deze informatie moet van een organisatie komen die daar daadwerkelijk verstand van heeft.

50% procent oneens

De GGD slaagt er niet in om dit te bereiken. We halen onze vaccinatiegraad niet. De apotheker kan hierbij een belangrijke rol vervullen als geneesmiddelenexpert door laagdrempelig contact. Dit gebeurt ook in veel andere landen; die landen hebben een stijging van de vaccinatiegraad.