Inspanningen inzichtelijk maken

De Nederlandse waterschappen beheren samen meer dan 35.000 vierkante kilometer aan wateren, waaronder rivieren, sloten en beekjes, evenals dijken en andere terreinen. Hiermee hebben zij een unieke positie om de biodiversiteit in onze leefomgeving te versterken: in het water en ook op het land. Maar hoe kun je als waterbeheerder de voortgang van biodiversiteitsherstel meten en sturen?

Om dit inzichtelijk te maken is in 2022 het ‘Raamwerk Biodiversiteit’ opgesteld. Door de ontwikkeling van kritische prestatieindicatoren (KPI's) en sturing op biodiversiteitsdoelen kon met dit raamwerk ervaring worden opgedaan met biodiversiteitsherstel. Het raamwerk omvat meer dan 60 prestatie-indicatoren, die gekoppeld zijn aan specifieke doelen. Deze doelen variëren van de ontwikkeling van het Blauwgroene Netwerk tot het integreren van biodiversiteit in praktische uitvoeringsplannen en het beheersen van invasieve soorten. Naast een analyse van de huidige staat van biodiversiteit biedt het raamwerk ook inzicht in de prestaties die waterschappen moeten leveren om deze te verbeteren. Hierdoor worden biodiversiteitsdoelstellingen concreet en meetbaar gemaakt. Door actief op biodiversiteit te sturen, leveren waterschappen ook een bijdrage aan de doelstellingen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW).

Om te testen hoe het raamwerk in de praktijk kan worden toegepast, heeft de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) een Community of Practice (CoP) opgericht. Hieraan nam de helft van de 21 waterschappen deel. Binnen deze CoP werkten beleidsmedewerkers en ecologen samen om de eerste versie van het Raamwerk Biodiversiteit verder aan te scherpen en te kijken hoe deze in de praktijk kunnen worden toegepast. Het doel was om een set bruikbare indicatoren te ontwikkelen, met extra aandacht voor het duidelijker formuleren van de KPI’s en het verfijnen van drempel- en streefwaarden. Dit gebeurde aan de hand van praktijkvoorbeelden en analyses van biodiversiteitsgegevens in Nederlandse wateren. De deelnemende waterschappen hebben hun specifieke en lokale kennis gedeeld en samengebracht in dit proces.

Dit alles heeft geleid tot het Raamwerk Biodiversiteit 2.0. In deze versie zijn indicatoren voor aquatisch en terrestrisch biodiversiteit opgenomen en richt het zich op het ‘verbeteren van condities' (inrichting, beheer en abiotiek), en ‘toetsen op soorten’ (effect), wat past bij de ontwikkelingen rondom Basiskwaliteit Natuur.

Aan de slag

Schuttelaar & Partners is gevraagd om als coördinator van de CoP op te treden. Dit vooral om het proces rondom het aanscherpen van de indicatoren te begeleiden. De CoP is in 2023 vijf keer samengekomen. Tijdens de bijeenkomsten werden thema’s uit het Raamwerk besproken, aangescherpt en vastgesteld. Daarnaast is er een aparte sessie gehouden met experts op het gebied van biodiversiteitsmonitoring. Tijdens deze sessie zijn de door de waterschappen voorgestelde aanpassingen geëvalueerd. Ook hebben de experts advies gegeven over vragen rondom KPI’s, drempel- en streefwaarden en effectindicatoren.Uiteindelijk heeft deze aanpak ertoe geleid dat de indicatoren, het beleid en de maatregelen aangescherpt zijn voor een betere toepassing in de dagelijkse praktijk.

Met dit Raamwerk kunnen waterschappen aan de slag met het verbeteren van condities, kunnen ze biodiversiteit op land en in het water beter in beeld brengen en weten ze elkaar te vinden om ervaringen op te doen en van elkaar te leren.